Cito rekenen met procenten

Goed kunnen rekenen met procenten is natuurlijk een vereiste voor de Cito-toets. Procenten zijn eigenlijk hetzelfde als breuken: 12% betekent niets anders dan 12/100, oftewel 12 van de honderd. 12/100 kun je dan weer vereenvoudigen (kleiner maken) door zowel teller als noemer door 4 te delen: 3/25. Omgekeerd kun je natuurlijk van een breuk eenvoudig een percentage maken:  12/25 is hetzelfde als 48/100 (teller en noemer met 4 vermenigvuldigen, want procent betekent ‘van de 100’). 48/100 is dus 48%.

Gebruik een tabel voor alle sommen over procenten

Alle sommen met procenten kun je het best oplossen met een tabel. Bijvoorbeeld: wat is 35% van € 300? € 300 is de 100%, dus 10% is € 30 (beide gedeeld door 10). 30% is dus € 90. Als 10% gelijk is aan € 30, dan is 5% gelijk aan € 15. 35% is dan € 90 + € 15 = € 45.

Nog een paar voorbeelden:

1.    Vandaag hadden 8 van de 20 kinderen een spijkerbroek aan. Hoeveel procent is dat?

8 van de 20 = 8/20 = 40/100 = 40%

2.   Diana koopt een broek voor € 80,-. In de winkel krijgt zij 15% korting. Hoeveel moet Diana betalen voor de broek?

3.    55 % van de kinderen komt op de fiets naar school. Welk deel is dit?

55 % = 55/100 = 11/20 deel (teller en noemer delen door 5).

4.    Een nieuwe plant kost € 45,00. Bij de kassa blijkt dat de plant is afgeprijsd en dat je maar € 36,00 hoeft te betalen.

Hoeveel procent korting heb je gekregen?

Je hebt € 9,00 (€ 45,00 – € 36,00) korting gekregen. Dus de vraag is: hoeveel procent is € 9,00?

5.   Een fiets kostte vorig jaar € 320,00. Nu staat dezelfde fiets te koop voor € 336,00.

Hoeveel procent is de prijs gestegen?

De prijsverhoging bedraagt € 16,00 (€ 336,00 – € 320,00). Dus de vraag is: hoeveel procent is € 16,00?

Wil je meer Cito rekenen oefenen? Download ons Gratis Oefenmateriaal: https://beter-bijles.nl/gratis-materiaal/

Voor veel meer opgaven en uitleg op Cito-niveau bestel je een Leer- en Oefenboek: https://beter-bijles.nl/cito-oefenboeken/